Inerta Primer 3210 2K Epoxyprimer

Inerta Primer 3210 is een 2-componenten epoxyprimer. Biedt uitstekende hechting op staal, aluminium en verzinkte oppervlakken. Toepassing conventioneel, hoogdruk en airless spuiten en met kwast. Glans Mat.

Weerstaat grote mechanische invloeden en heeft een goede bestendigheid tegen diverse oplosmiddelen, chemicaliën en oliën.

Wordt vervaardigd met een thixotropie, wat zorgt voor een grote 'loopveiligheid' bij het aanbrengen van grote laagdiktes.

De verf bevat zinkfosfaat.

Harder

Voor deze serie wordt INERTA HARDENER 7200 gebruikt.

Blandingsverhouding

4 delen basis per volume op 1 deel harder.

7 delen op gewicht van basis op 1 deel op gewicht van harder.

Voorbehandeling

STAALOPPERVLAKKEN:

Verwijder schalen en roest door middel van zandstralen tot reinheidsgraad SA 2½ (norm ISO 8501-1). Als het oppervlak ruw wordt gemaakt op dunne platen, verbetert de hechting.

VERZINKTE OPVLAKKEN:

Warmverzinkte staalconstructies die aan weersomstandigheden worden blootgesteld, kunnen worden geschilderd als het oppervlak wordt zandgestraald (SaS) zodat het gehele oppervlak mat wordt. Geschikte blaasmiddelen zijn bijvoorbeeld aluminiumoxide en natuurzand. Verf wordt niet aanbevolen voor verzinkte constructies die direct aan water of chemicaliën worden blootgesteld. Zandstralen (SaS) wordt aanbevolen voor nieuwe verzinkte dunne plaatconstructies.

OUDE GESCHILDERDE OPVLAKKEN GESCHIKT VOOR OVERLAKKEN:

Onzuiverheden die schadelijk kunnen zijn voor de toepassing van de verf (bijvoorbeeld vet en zouten) worden verwijderd. Het oppervlak moet schoon en droog zijn. Oude, geschilderde oppervlakken die de maximale overschilderbaarheid hebben overschreden, moeten ruw worden gemaakt.

Blanding van componenten

Houd rekening met de potlife van het mengsel bij het berekenen van de hoeveelheid die in één keer moet worden gemengd. Basis en harder worden samengevoegd en zeer voorzichtig tot de bodem van de container geroerd voor toepassing. Onvoldoende roeren of een onjuiste mengverhouding resulteert in een slechte uitharding en slechtere filmeigenschappen.

Toepassingsomstandigheden Het oppervlak dat moet worden geschilderd, moet droog zijn. Tijdens de toepassing en uitharding moeten de temperatuur van de lucht, de verf en het oppervlak boven de 10 °C zijn en de relatieve luchtvochtigheid onder de 80%. Bovendien moet de temperatuur van het oppervlak en de verf minstens 3 °C boven het dauwpunt van de lucht zijn.